Mag het wat meer zijn?

8 maart 2024

Auteur: Gerd Philippaerts, fondsbeheerder bij Argenta Asset Management

2024 is een schrikkeljaar, en dus telt februari deze keer een dagje meer. In het Engels noemen we dat ook wel een ‘leap year’. Op economisch vlak verwachten we later op het jaar ook een sprongetje: een beetje meer wereldwijde groei. 

De inflatiecijfers proberen te normaliseren, hoewel de 2 % die de centrale banken voor ogen hadden moeilijk te bereiken lijkt. De centrale banken wikken en wegen hun monetair beleid, terwijl de markten zich openlijk afvragen of er ook wat meer inflatie mag zijn. Ook de aandelenmarkten normaliseren: onder de motorkap van de aandelenindices lijken de ‘achtergebleven’ sectoren en segmenten betere prestaties neer te zetten. Een inhaalbeweging weg van de concentratie rond de ‘Magnificent Seven’  zou welkom zijn.

Dit werpt nieuwe vragen op: waar en wanneer mag het wat meer zijn? Komt de groei in China terug, en wat met de inflatie? Hoe de fondsbeheerders hier naar kijken, lees je in deze update.  

Aandelenmarkten zetten hun opmars voort

De wereldaandelenindex (MSCI World) steeg in februari met iets meer dan 4 % (in euro’s uitgedrukt). Zoals je ziet in onderstaande grafiek, levert dat in 2024 al een gemiddelde prestatie op van 7 %. Japan, de Verenigde Staten en India nemen nog altijd de leiding. China begon aan een inhaalbeweging, maar blijft dit jaar negatief.

Evolutie aandelenbeurzen in euro termen

De technologische sector is niet meer alleen

Hoewel technologische groeiaandelen nog altijd een streepje voor hebben in 2024 (rechtse grafiek), versnelden de duurzamere consumptiegoederen en de industriële waarden in februari (links). 

Economische sectoren
Economische sectoren

Vastgoed en nutsgoederen bleven achter. De diep cyclische sector ‘Materialen’ kon dit jaar ook nog geen potten breken. Ze staan in 2024 nog altijd met negatieve returns. 

Nvidia als metronoom van de AI-groei en marktsentiment

Het resultatenseizoen gaf eens te meer aan wie de verliezers en winnaars zijn.  Ontgoochelende resultaten of omlaag bijgestelde verwachtingen werden vaak zwaar bestraft. Maar eentje kreeg bijzondere aandacht van de markt: Nvidia. Deze primus inter pares – en halfgeleiderspecialist voor toepassingen binnen artificiële intelligentie – zorgde   voor hoogspanning vóór de resultaten (publicatie 21 februari) met winstname in de technologiesector. Erna volgde opluchting, wat je duidelijk af kunt lezen op bovenstaande grafieken.

Het bleek ook de bevestiging voor de rest van de markten om een stapje vooruit te zetten. Een breder geloof in betere tijden, als het ware. De reden hiervoor vind je ook in de historisch beperkte negatieve herziening van de verwachtingen van de Amerikaanse bedrijfsresultaten in 2024. De winstcijfers voor 2024 voor de bedrijven werden negatief bijgesteld, maar duidelijk minder negatief dan wat we vroeger gemiddeld aan het begin van het jaar zagen. De gevreesde recessie die wel degelijk voelbaar is in de wereldwijde maakindustrie, lijkt de resultaten van de beursgenoteerde bedrijven gemiddeld genomen niet te raken.

Obligaties nemen een adempauze

De obligatiemarkten leven nog tussen hoop en vrees. De pijnlijke lessen van het recente verleden temperen het enthousiasme. De sterk oplopende inflatie werd namelijk beantwoordt met sterk oplopende rentes en met gekende negatieve obligatierendementen. De centrale banken stellen zich nog altijd afwachtend op tegenover rentedalingen. En nu de verwachting van een economische heropleving een marktgegeven is geworden, loert het inflatiespook links en rechts weer om de hoek.

In de onderstaande grafieken zie je de recente prestaties van de belangrijkste obligatiemarkten. In de linkse grafiek zie je het tijdelijke herstel van de langetermijnrente eind december in de Verenigde Staten, Duitsland en Italië, terwijl de rente sinds begin dit jaar eerder oploopt. In de grafiek rechts merk je de evolutie van de  obligatieprijzen voor staats- en bedrijfsobligaties in februari. Die lieten hoofdzakelijk een negatieve prijsevolutie zien. 

Evolutie LT Rente
Evolutie Obligatieprijzen

De wereldwijde economie 

Verbeterde voorspellende cijfers

Ligt het ergste van de groeivertraging achter ons? Daar lijkt het toch sterk op. Laat ons speuren naar specifieke trends die voorspellende kracht kunnen hebben.  

De verassingsindex wijst alvast op meer positivisme, terwijl ook de verwachtingen van de  aankoopdirecteurs (rechtse grafiek PMI) de juiste weg inslaan. Deze wijzen nu meer en meer op een herstel. 

Economische verrassingsindex
Aankoopdirecteuren (PMI)

China, Korea en grondstoffen

Het lijkt erop dat het in China voorzichtig beter gaat. Talrijke overheidsinterventies proberen de economische malaise om te keren, of ten minste te maskeren. Zorgen rond de vastgoedmarkt en het consumptiegedrag blijven knagen aan het vertrouwen, terwijl de geopolitieke spanningen nooit veraf zijn. Toch lijkt de kans dat een stabilisatie van de Chinese economische groei ook realiteit wordt. Dat zou ook goed nieuws kunnen zijn voor de Europese economie, die in het verleden toch sterk teerde op de vraag uit China. Of China nog altijd dezelfde industriële motor is van de wereldeconomie als weleer is zeer de vraag, maar een beetje meer is misschien het beste medicijn voor iedereen. 

Traditioneel is de Koreaanse beurs een goede indicator voor de staat van de wereldwijde economie. De Koreaanse exportcijfers gaven ook een explosief beeld. Dat lijkt erop te wijzen dat ‘Doctor Kospi’, genoemd naar de bekendste Koreaanse aandelenindex, weer zijn werk doet als leidinggevende indicator voor de wereldeconomie en de aandelenmarkten.  

De andere dokter in de economische zaal is ‘Doctor Copper’. De prijsevolutie van deze cruciale grondstof geeft ook teken van leven. Hoewel vraag en aanbod elkaar vaak kwijt zijn, lijkt de temperatuur nog niet op te lopen. Geen koperkoorts, maar de recente prijsontwikkelingen duiden toch op stabilisatie en op een mogelijke toenemende vraag – of toch de anticipatie hiervan.

Dr Copper en Dr Kospi
Ruwe olie vs Grondstofprijsindex

Prijsstijgingen van ruwe olie worden vaak geassocieerd met economische groei (rechtse grafiek). De escalatie van het geweld in Oekraïne en het Midden-Oosten verstoorden enigszins deze functie als graadmeter voor de economie. Maar zelfs in deze onzekere tijden kende de olieprijs eerder een dalende trend. Het stevige aanbod – al dan niet geïnspireerd door de nood om de Russische oorlogskas te voeden en Amerikaanse productie-opportuniteiten – vond te weinig vraag. Deze trend lijkt te keren (rechtse grafiek), hoewel we de perikelen in de Rode Zee niet mogen onderschatten als invloed op de aanvoer van de olie en de daaraan gerelateerde prijs.

En wat gezegd over India, dat met een BBP-groei van 8.4 % (!) ook positief georiënteerde toekomstverwachtingen heeft. De lokale aandelenmarkt behoudt er het vertrouwen. Japan profiteert nog altijd van een zwakkere Yen, maar recente cijfers tonen een meer gematigd beeld, zoals weergegeven door een teruglopend PMI-cijfer. 

Inflatie en de centrale banken

Economie en inflatie blijven communicerende vaten. De inflatie lijkt te matigen, maar de kerninflatie zonder voeding en energieprijzen blijft volhardend hoog (linkse grafiek). In de Verenigde Staten staat die bijna zelfs dubbel zo hoog als het 2 %-objectief. Sterke loonstijgingen en huurprijzen blijven het inflatiepeil hoog houden. De verwachting van een oplevende economie lijkt echter de inflatieverwachtingen te stimuleren (rechtse grafiek).  

Inflatie & kerninflatie (ex-voeding & energie)
5-jaars verwachte inflatie

Een bijkomende zorg voor de centrale banken... Die zien de volgende opwaartse trend van de economische groei ongetwijfeld als een (laatste) test van het strenge monetair beleid dat de inflatie moet beteugelen en naar de magische 2 % brengen. Waar de markten nog optimistisch waren voor een snelle rentedaling, lijkt dit enthousiasme nu getemperd te zijn. Zoals boven beschreven houden we de olieprijs in de gaten. De kans dat zowel inflatie als rente langer hoger (‘higher for longer’) blijft, wordt meer en meer in de markten geprijsd. 

Onze positionering in de kernfondsen

De opbouw van het aandelengedeelte werd versterkt en verbreed. Naast de sterke posities in de meest dynamische segmenten van de markt (zoals diegene die verband houden met de ontwikkeling van AI) nemen we ook posities in segmenten die meer zijn achtergebleven, of die door de meest recente economische ontwikkelingen interessant geworden zijn. Dit resulteert in een ​​lichte onderweging in aandelen. Het huidige renteniveau biedt weliswaar nog altijd aantrekkelijke opportuniteiten, maar de marktverwachtingen rond inflatie en rentebeleid (‘higher for longer’) lijken momenteel geen extra impuls te geven. De liquiditeitsreserve bedraagt ongeveer 1 %, en blijft beschikbaar voor opportuniteiten. 

Hogere trend binnen aandelenweging in fondsen

Zo investeerden we in een specifieke selectie van consumptiegerelateerde aandelen in de Verenigde Staten, die kunnen profiteren van de heropleving van het consumentenvertrouwen. De misbesteding van middelen na de coronacrisis en de effecten van een hogere rente op de consumptiepatronen lijken te normaliseren. Ondernemingen zitten in de laatste fase van hun aanpassingen aan de nieuwe macro-omgeving. Een nieuwe groeifase lijkt zich aan te kondigen, die nog niet verrekend zit in de prijs.

Er wordt geen spectaculaire groei verwacht in Europa, maar het huidige scenario overtreft wel de verwachtingen. Dit zorgt voor opportuniteiten binnen Europa. We verhoogden de Europese aandelen stapsgewijs verder. De waardering in combinatie met het achterblijven van de industriële sector, geven hier de doorslag. Een mildere ECB en een hogere groei wereldwijd zouden de nodige rugwind kunnen leveren. De waardering van kleine en middelgrote bedrijven is nog altijd gunstig, zeker in vergelijking met de grote namen op de wereldmarkt.

De technologiesector presteerde bijzonder goed, en de verwachtingen werden opnieuw naar omhoog bijgesteld. Gezien het grote gewicht in deze sector werd er wat winst genomen en verplaatst naar delen van de markt die achtergebleven zijn. Het gewicht in de technologiesector blijft echter wel belangrijk.

In Amerikaanse industriële namen werd winst genomen. Verschillende aan de overheid gerelateerde investeringsprogramma’s hebben deze waarden goed ondersteund, maar de toekomstige groei lijkt al ingeprijsd te zijn. De allocatie werd dan ook wat verlaagd. 

Afbouw binnen obligaties: 

Binnen het obligatiecompartiment werden Amerikaanse inflatiegelinkte obligaties met een korte looptijd afgebouwd, nadat ze een relatief sterkere opsprong van de verwachte inflatie verwerkten.  

Conclusie

Meerdere indicaties wijzen op een grotere kans dat de wereldwijde economie gaat heropleven, en dat wordt omarmd door de aandelenmarkten. we zagen een verbreding van de markthausse naar verschillende segmenten van de markt. Maar samen met de verwachting van een economische groeiversnelling, komt ook de verwachting van een inflatieopsprong. Dat deed dan weer de obligatiemarkten aarzelen.

De toevoegingen aan onze allocatie richten we op op een selectie in aandelen van achtergebleven segmenten bovenop de uitgesproken groeisegmenten, maar nog altijd met volle aandacht voor kwaliteit.

Het rentebeleid in de verschillende werelddelen wordt weer in vraag gesteld, nu inflatie zich weer lijkt te roeren. De fondsbeheerders speuren dan ook naar bevestiging van de ommekeer zowel op inflatie- als groei-indicatoren, en passen het beleid daarvoor aan.

Eén zwaluw in de lucht maakt de economische lente niet, maar dat het komen gaat, wint aan zekerheid. Het fondsenbeleid surft mee op deze seizoenwisseling, maar is waakzaam voor maartse buien en aprilse grillen.   

Lees meer

  • Stevige start van technologiesector en Magnificent Seven

    9 februari 2024

    Na een aarzelend begin steeg de wereldaandelenindex in de eerste maand van het jaar opnieuw. Maar deze stijging blijft nog altijd vrij geconcentreerd in de technologiesector, de Magnificent Seven en de Indiase markt.

  • Kwartaalupdate Q4 2023

    12 januari 2024

    Het vierde kwartaal werd gekenmerkt door hogere volatiliteit de eerste maand, om dan weg te ebben naar het einde toe. De aandelenmarkten kenden een sterk kwartaal: initieel gedreven door de ‘magnificent seven’, om nadien te verspreiden naar de rest van de markt. Enerzijds waren de kwartaalresultaten beter dan verwacht, anderzijds hielp een dalende inflatie en rente. De centrale banken hebben namelijk de kortetermijnrentevoeten stabiel gehouden, de Amerikaanse heeft zelfs een indicatie gegeven voor drie rentedalingen volgend jaar. Dit allemaal als reactie op de sterker dan verwacht dalende inflatie. Ook op het lange einde waren sterke bewegingen te zien ten voordele van de obligatieprestaties. De kernfondsen kenden een sterk verloop, met de meer dynamische varianten als winnaar.

  • Een schitterende maand

    15 december 2023

    Nadat het resultatenseizoen er grotendeels opzat, daalde de marktrente scherp. Dat zorgde nog maar eens voor een beweging in tandem van aandelen en obligaties. Dit impliceert dat de markten duidelijk een kentering verwachten in het beleid van de centrale banken. De ontwikkeling van de bedrijfswinsten en de AI-golf verdienen ook onze aandacht bij het balanceren van de portefeuilles.