Thanksgiving

29 november 2019

De Amerikaanse geschiedschrijving is doorwrocht met eenvoudig doorprikbare mythes, halve waarheden en opgeklopte heldendaden van protagonisten die in werkelijkheid in geen mijlen van het slagveld te bespeuren waren. Net als de Europese.

Het nu zo populaire Thanksgiving vond (waarschijnlijk) plaats ergens eind september 1621, als een traditioneel oogstfeest en werd pas een nationale feestdag (op het eind van november) onder president Lincoln in 1863. In het midden van de burgeroorlog zocht hij naar een symbolische gebeurtenis die de geschillen in het sterk verdeelde land kon overstijgen.

Wij betwijfelen of de 50 pelgrims  -zowat de helft van oorspronkelijke aantal dat het jaar voordien van de Mayflower stapte – en de 90 uitgenodigde indianen die aan de tafel zaten bij de originele dankzegging écht veel redenen hadden om te vieren. Dankzij de enige overlevende van een oorspronkelijke stam die de streek bevolkte, hadden de pelgrims weliswaar geleerd om mais te verbouwen en kalkoenen bleken niet zo moeilijk te bejagen, zodat er toch voldoende eten op tafel stond om 3 dagen te feesten. Al moet je je bij dit laatste niet te veel voorstellen wanneer de organisatie was overgelaten aan een strenge sekte van calvinisten.

De indiaanse genodigden verging het nadien erg slecht en ze zouden, zonder enige uitzondering, ten ondergaan aan de nieuw soortige ziektekiemen die de pelgrims meebrachten, terwijl ook deze nog bijzonder hachelijke tijden te wachten stonden.

Samen met de Amerikaanse beleggers hebben wij nu veel meer redenen om te vieren en – ook al is dat wat uit de mode –  dankbaar te zijn.

De beursindices scheerden onverhoopt hoge toppen en braken zelfs nieuwe records in de VS. In Europa werd dit slechts dunnetjes overgedaan. Wanneer enkel de evolutie van de prijzen in rekening wordt gebracht en dividenden niet worden meegerekend staat de MSCI-index voor de eurozone zelfs nog 10 % onder zijn vorige recordniveau dat reeds dateert van 2007.

Grafiek 1: Evolutie van de returnindex in de VS en de eurozone sedert 01.2006. (Returnindex in €)

Grafiek 1: Evolutie van de returnindex in de VS en de eurozone sedert 01.2006. (Returnindex in €)

Dit laatste duidt op een dubbel probleem. Enerzijds illustreert deze evolutie de beperkte daadkracht van de Europese economieën, die ondanks de massale liquiditeitsinjecties en de negatieve beleidsrente, er niet in slagen om de groeicijfers in opwaartse zin om te buigen. Anderzijds wijst dit op het te grote gewicht van de banksector in de EU.

Beide aspecten zijn vanzelfsprekend verbonden. De moeizame en dure oplossing die werd bedacht om het vertrouwen in de banksector te herstellen, had immers ook een belangrijke schaduwzijde. Door hogere kapitaalvereisten op te leggen aan de Europese banken, die geen mogelijkheid hadden om nieuw kapitaal aan te trekken, werden dan maar kredieten afgebouwd. Hierdoor stroomden de vele miljarden die de ECB in de richting van de financiële sector stuurde, niet door tot bij de bedrijven die bijgevolg onvoldoende konden genieten van de ultra gunstige financieringsvoorwaarden die de centrale bank heeft gecreëerd.

De Amerikaanse economie kent veel minder gewicht toe aan haar banksector. Dankzij een meer doortastende aanpak na de crisis van 2008, onder andere dankzij onmiddellijke liquiditeitsvoorzieningen en geloofwaardige stresstesten, kon de economie in de VS vandaar resoluut een opwaarts pad kiezen.

Tot nu toe werd deze Amerikaanse economische groeifase niet onderbroken, wat leidde tot spectaculaire beursstijgingen die konden worden gerealiseerd dankzij dalende rentetarieven, afnemende risicopremies en toenemende bedrijfsresultaten.

De ondernemingswinsten kennen echter de laatste maanden slechts een zeer beperkt groeiritme, maar dat wordt hen goedmoedig vergeven, na de recordniveaus die medio 2018 werden bereikt. Omwille van de pas doorgevoerde belastingverlagingen hadden de bedrijfswinsten toen een eenmalige, substantiële opstoot gekend, waardoor de vergelijking met de huidige winstniveaus wat mager uitvalt. Maar er wordt van uitgegaan dat dit slechts een basiseffect betreft, zodat volgend jaar er in vergelijking met dit jaar veel beter uit zal zien.

Het verschil in beursprestaties tussen de VS en de rest van wereld begint steeds draconischere vormen aan te nemen. Sedert 1991 steeg de Amerikaanse returnindex met meer dan 2000 %, de wereldindex (inclusief de VS!) kende ‘slechts’ een vertienvoudiging. Uitgedrukt in termen van jaarreturns duidt dat op een belangrijk verschil. Het gemiddelde aangroeiritme (inclusief dividenden en mits de nodige aanpassing voor de wisselkoers) in de VS bedroeg bijna 11 %, de globale index en beursindex van Europa steeg met gemiddeld 8 %. Deze returnverschillen zijn pas in de laatste decennia zo expliciet geworden. In de periode 1926-1996 evolueerden de wereldindex en de beurs van de VS ongeveer in gelijke orde van grootte. Nadien werd een belangrijk verschil in het voordeel van de VS uitgediept.

Grafiek 2: Evolutie van de Amerikaanse, Wereldwijde en Europese beursindex, returnindex in euro

Grafiek 2: Evolutie van de Amerikaanse, Wereldwijde en Europese beursindex, returnindex in euro

Terugblikken op beursevoluties is natuurlijk heel wat minder gevaarlijk dan zich te wagen aan een blik op de toekomst, zeker op de topniveaus waar we ons nu bevinden. Het eventueel afhaken van één van beide delegaties bij het Chinees-Amerikaanse topoverleg hangt daarenboven als een zwaard van Damocles boven de aandelenmarkten, die al een fors eind zijn gaan vooruitlopen in de assumptie van een goede afloop van de gesprekken.

Vandaar dat de impact van een ontgoocheling deze keer belangrijker kan zijn dan in het recente verleden toen de beurzen telkens een vijftal procent corrigeerden bij een substantiële negatieve ontwikkeling bij de onderhandelingen. De dalingen bleven destijds beperkt omdat er op tijd reeds veel argwaan op de aandelenprijzen rustte. Dat is nu minder het geval omdat een flink stuk van het opwaartse potentieel in de koersen verwerkt is.

Het zou natuurlijk ronduit misdadig zijn om eerst zoveel goed nieuws over de progressie van de gesprekken de wereld in te sturen, om vervolgens de onderhandelingen abrupt af te blazen. Maar met deze partijen aan tafel moet men zich aan alles verwachten. De uitgestoken Chinese hand om het patentrecht (wat) beter te beschermen werd erg koel onthaald en tot nu enkel beantwoord door een Amerikaanse verklaring die de protesteerders in Hong Kong ondersteunde.

De vraag blijft open met welke tegenmaatregelen de Chinese overheid zal komen. Op het handelsfront kunnen ze zich niet veel meer permitteren, nu haar economie duidelijk barsten begint te vertonen onder de druk van de Amerikaanse sancties. Daarenboven laat het document van het Amerikaanse parlement vrij veel interpretatieruimte aan zijn president, zodat het voor de Chinese regering wellicht strategisch beter is zich te beperken tot enkele symbolische tegenmaatregelen.

Hoe dan ook blijft dit een factor van onzekerheid. Bij de evaluatie van deze moeilijk inschatbare situatie blijft de wisselkoers van de yuan onze enige graadmeter. We gaan ervan uit dat bij een positieve afloop de yuan ongeveer 7 US$ waard zal zijn. Bij een grondige mislukking van de onderhandelingen kan de Chinese munt echter snel verzwakken tot 7,15 US $ omdat de Chinese overheid de impact van de nieuwe tariefverhoging zal trachten te neutraliseren met een depreciatie van haar wisselkoers. Het huidige niveau van 7,03 yuan/$ illustreert vandaar ten volle het huidige optimisme in een goede afloop.

Onze verwachtingen zijn minder hoog gespannen. Het enige punt dat momenteel écht van belang is, is het uitstel (en hopelijk) afstel van de nieuwe tarieven die vanaf 15 december dreigen te worden opgelegd.

Het eventuele afspringen van de onderhandelingen zal weliswaar een belangrijke negatieve impact hebben, toch mag hiervan geen verlammende werking uitgaan. We wijzen erop dat de beursevolutie sedert invoering van de eerste tarieven in juli 2018 tot nu toe niet eens zoveel gevolgen heeft gehad. De Amerikaanse beursindex (inclusief dividenden) staat intussen immers 15 % hoger, ondanks alle geopolitieke turbulenties.

Grafiek 3: Evolutie van de Amerikaanse beursindex sedert 07.2018. Returnindex in US$.

Grafiek 3: Evolutie van de Amerikaanse beursindex sedert 07.2018. Returnindex in US$.

Het onnavolgbare mistasten van Fed-voorzitter Powell in het vierde kwartaal van 2018 had duidelijk een veel belangrijkere invloed op de ontwikkeling van de financiële markten.

De vooruitzichten voor de beleidsrente in de VS werden intussen bijgestuurd en het lijkt erop dat de kansen op verdere dalingen in belangrijke mate zijn afgenomen. Men verwacht zich ten vroegste ergens tussen september en november 2020 aan een nieuwe renteknip. Maar dat bevindt zich zo kort bij de presidentsverkiezingen dat het effectief doorvoeren van deze stap eerder problematisch is.

Bij onze asset-allocatie vertalen we vandaar een realistisch positieve ondertoon in een licht overwogen in aandelen. Hierbij blijven we de accenten leggen in thema’s die op middellange termijn het meeste opwaartse perspectief bieden: veiligheid, water, technologie, robotica en life style. De VS blijft overwogen ten opzichte van onze benchmarks maar Europa krijgt toch meer ruimte. De evolutie van de Britse politiek laat toe om wat meer aandelen in de UK op te nemen, terwijl ook sommige continentaal Europese bedrijven wel zouden varen bij een verdere positieve ontwikkeling van het Amerikaans-Chinese handelsconflict.

Lees meer

  • De helden zijn moe

    11 april 2024

    De beursrally die begin 2023 opstartte op de puinhoop die de monetaire overheden achterlieten, verdapperde in het begin van het jaar. Nu dreigt hij toch volledig vast te lopen.

  • De Dow Jones Industrials returnindex zoefde zonet voorbij de 5.000.000 punten

    26 maart 2024

    Neen, je hebt geen (nieuwe) leesbril nodig, en wij geen betere rekenmachine. Het feit dat de Dow Jones Industrials prijsindex heel nadrukkelijk in de buurt van de historische grens van 40.000 komt, vormt terecht een welgekomen lichtpunt in het wereldnieuws.

  • Uiterste concentratie gevraagd

    8 maart 2024

    De globale tendens die leidt tot de concentratie van de beurswinsten in een handvol bedrijven, zette zich al een eeuw geleden in. Slechts 4 % van de beursgenoteerde bedrijven staat in voor de volledige toename van de beurskapitalisatie, en deze trend zet zich steeds nadrukkelijker door.