Jong geleerd is oud gedaan: de meeste jongeren beschikken over zakgeld, een eigen zichtrekening en een debetkaart

9 augustus 2019

Onafhankelijk onderzoek toont aan dat 69 % van de 12- tot 13-jarigen in Vlaanderen zakgeld krijgt, 60 % over een eigen zichtrekening beschikt en 44 % een eigen debetkaart heeft. Met de stijging van de leeftijd nemen ook deze percentages toe.

Argenta liet een onafhankelijk consumentenonderzoek1 uitvoeren bij zowel Argenta-klanten als niet-klanten. Het onderzoek spitste zich toe op het omgaan met geld en het zelfstandig bankieren door kinderen en jongeren. 621 ouders van kinderen tussen 2 en 19 jaar en 384 jongeren namen deel aan de bevragingen. Het onderzoek leidde tot enkele interessante bevindingen.

[1] Door Profacts en Ipsos

Zakgeld: vanaf welke leeftijd?

69 % van de ouders van de kinderen van 12 tot 13 jaar of het begin van de middelbare school geeft zakgeld. Dit percentage blijft stijgen tot 18 jaar.

zakgeld, vanaf welke leeftijd

Zakgeld: hoeveel?

Tot 13 jaar is het zakgeld eerder beperkt. Vanaf 13 jaar stijgt het geleidelijk aan: op 14 jaar krijgen jongeren 10 euro per week, 16- en 17-jarigen krijgen 15 euro per week en 18-plussers 20 euro per week. Er is bij de 18-plussers wel een opmerkelijk verschil tussen studenten op kot en andere jongeren. Kotstudenten krijgen gemiddeld 28 euro per week, andere 18-plussers gemiddeld 14 euro per week.

Zakgeld dient om ...

Het zakgeld is bij de meeste jongeren bedoeld voor kleine extraatjes, niet zozeer om te sparen. Sparen doen veel ouders zelf voor hun kinderen, via een spaarrekening.

Tot 18 jaar bestaat de top drie van de kleine uitgaven uit:

  1. afspreken met vrienden
  2. eten
  3. kledij en schoenen.

Vanaf 18 jaar komt ‘uitgaan/op café gaan’ op plaats 3 ten koste van ‘kledij en schoenen’.

Zakgeld: cash of op de rekening?

Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer de ouders het zakgeld storten op de zichtrekening van de jongeren. Daar waar een 12-jarige nog in 60 % van de gevallen zijn zakgeld cash ontvangt, is dat percentage bij een 18-jarige gedaald tot 20 %.  

Eigen zichtrekening

Vanaf 12 jaar heeft 62 % van de jongeren een eigen zichtrekening. 

Eigen debetkaart

Het bezit van een eigen debetkaart stijgt gevoelig vanaf 12 jaar. De meeste jongeren gebruiken hun debetkaart enkel voor de betaling van grotere bedragen. Pas vanaf 18 jaar stijgt het frequent gebruik van de debetkaart.

Onder 18 jaar vooral cashbetalingen

Jongeren onder 18 jaar betalen meestal met cash omdat ze hun zakgeld cash krijgen, cashbetalingen handig vinden en ook simpelweg uit gewoonte.

Op 16 jaar bankiert slechts 48 % van de jongeren mobiel, voornamelijk via de betaalapp van hun bank op de smartphone. Bij de 18-jarigen stijgt dit gevoelig naar 74 %. Dit aantal is relatief laag in een maatschappij waarin consumenten overal en steeds meer mobiel of digitaal willen betalen en de meeste jongeren erg actief zijn op hun smartphone.

Sommige jongeren gebruiken ook andere digitale betaalmiddelen zoals wearables (bv. een ring of horloge met ingebouwde chip en antenne) om contactloos te betalen, al blijft dit aantal vrij beperkt. Jongeren zijn tevreden met hun debetkaart; de andere digitale betaalmiddelen bieden voorlopig te weinig meerwaarde om hen te overtuigen.

Keuze bank

Tot 18 jaar zijn de kinderen meestal klant bij dezelfde bank als hun ouders. Eens 18 jaar bepalen ze die keuze steeds meer zelfstandig op basis van hun eigen behoeften. 

Conclusie

Jongeren leren al vroeg omgaan met cash geld. Eens in de middelbare school beschikken de meeste jongeren naast zakgeld ook over een zichtrekening en een debetkaart. Toch doen ze de meeste verrichtingen cash. Mobiel of digitaal bankieren neemt pas toe eens ze transacties voor iets grotere bedragen doen.